top of page

De coronacrisis als donderslag bij een al bewolkte cultuurhemel

“Never waste a good crisis”, zei Winston Churchill ooit. Zijn uitspraak van toen blijkt nu nog steeds de nagel op de kop te slaan wanneer we het hebben over de cultuursector. De jarenlange besparingen en de huidige coronacrisis bemoeilijken het reilen en zeilen van veel cultuurhuizen. Toch blijkt dat alles ook voordelen te hebben: nieuwe initiatieven ontspruiten, alternatieve manieren van financiering worden bedacht en de werkomstandigheden worden gekenmerkt door een toenemende flexibiliteit. BRONKS en De Koninklijke Muntschouwburg, twee Brusselse cultuurhuizen, vertellen hoe zij omgaan met de crisissen.


Om duidelijk te kunnen schetsen hoe beide cultuurhuizen omgaan met de besparingen en andere onverwachte elementen zoals de coronacrisis is het van belang beide cultuurhuizen goed te leren kennen.



© Mireille Roobaert

Zo is De Munt een federale instelling, terwijl BRONKS een Vlaamse organisatie is. De Munt is een internationaal gerenommeerd cultuurhuis, BRONKS daarentegen is kleinschaliger en focust voornamelijk op Vlaanderen en Brussel. Ook hun doelstellingen zijn heel verschillend. “De Munt noemt zich met recht en reden ‘Het Federale operahuis van de hoofdstad van Europa’. We vertellen grote Europese verhalen, mythes en sagen in onze producties en werken samen met artiesten uit alle hoeken van Europa”, stelt Algemeen en Artistiek Directeur van De Munt Peter de Caluwe. Daarnaast focust De Munt

ook op projecten die een nationale en een lokale, Brusselse insteek hebben; een fijne combinatie van beide dus. BRONKS daarentegen brengt stukken voor jongeren, families en scholen en produceert deze ook in samenwerking met jongeren. Piet De Coster, zakelijk leider, verwoordt het als volgt: “We zien het als een belangrijke rol om een grootstedelijke, maar inclusieve werking te creëren voor een jong publiek. De jeugd speelt een cruciale rol in de grote uitdagingen waar we als maatschappij voor staan. Denk maar aan sociale ongelijkheid, diversiteit, verdraagzaamheid, …”.


De Munt en BRONKS hebben enkele overeenkomsten. Ze bevinden zich beide in het bruisende Brussel en krijgen allebei te maken met continue veranderingen in de sector. Tegelijk zijn ze ook heel verschillend en beleven ze daardoor de crisissen ongetwijfeld op verschillende manieren.


De utopie van een dynamisch cultuurbeleid

Begin november 2019 raasde een storm door de culturele wereld. De Vlaamse regering maakte bekend stevig te snoeien in de subsidies. Verschillende cultuurinstellingen, waaronder BRONKS, moeten het doen met zes procent minder. De grote cultuurinstellingen zijn iets beter af en moeten ‘maar’ drie procent besparen. De besparingen lijken wel een constante in de geschiedenis van de cultuursector. Niet alleen op het Vlaamse niveau daalden de budgetten voor cultuur, ook de federale overheid haalde al meerdere malen de snoeischaar boven. De Munt omschrijft de financiële onzekerheid als de meest voelbare tendens van de afgelopen jaren.


In vergelijking met andere landen ligt de Belgische financiering van de cultuursector beduidend lager. De Vlaamse regering vertrekt vanuit het idee dat de cultuurinstellingen op die manier vrij en dynamisch kunnen werken. Die dynamiek is in praktijk helaas soms ver te zoeken. Door de beperkte subsidiëring moet er inventief omgegaan worden met het beschikbare budget. Dit levert soms bedenkelijke praktijken op, zoals het onderbetalen of zelfs niet betalen van artiesten bij bepaalde culturele instellingen. Dit is gelukkig niet het geval bij De Munt.


© BRONKS

Ook BRONKS denkt noodgedwongen na over de manieren waarop ze de verkregen financiering inzet. Maar één ding staat voor hen centraal: kwaliteit boven kwantiteit. Ze produceren liever minder producties die financieel goed omkaderd zijn dan toegevingen te moeten doen bijvoorbeeld op het vlak van verloningen. Dankzij besparingen bij de federale regering is ook de onzekere financiering bij De Munt een pijnlijk punt. Jarenlange besparingen hebben geleid tot het schrappen van producties die de eigen ateliers of het eigen koor en orkest niet kunnen maken. Wie vandaag een barok- of dansproductie wil zien, is er helaas aan voor de moeite. Daarnaast heeft De Munt slechts zicht op de financiering voor het komende jaar, maar dienen ze de producties van opera’s zo’n drie tot vier jaar op voorhand te plannen. Het spreekt voor zich dat die onzekerheid moeilijk is om mee te werken gezien de lange productieperiode. Desondanks staat De Munt toch krachtig in haar schoenen. Ze doet verder haar ding, ook al vergt dat soms extra creativiteit.


De cultuurwerker als hyperflexible kameleon

Die creativiteit kwam extra van pas tijdens de coronacrisis. BRONKS gaf aan de afgelopen maanden hyperflexibel en creatief te moeten werken. Daarnaast werden medewerkers als het ware kameleons die vlot switchten tussen verschillende functies. Ook bij De Munt werd flexibiliteit verwacht. Toch geven de werknemers aan met een positieve blik naar de toekomst te kijken.


Door de coronacrisis werd de culturele wereld genoodzaakt te digitaliseren

Een ander belangrijk gegeven was het behouden van contact met het publiek. Zowel De Munt als BRONKS hadden intense interacties. In eerste instantie was dit om praktische zaken te regelen, zoals de terugbetaling van tickets of het beantwoorden van vragen die abonnees hadden. Daarnaast kregen ze ook veel steunbetuigingen. Om iets terug te doen voor hun publiek liet BRONKS een alternatieve programmabrochure verspreiden. Daar stonden deze keer geen voorstellingen in, maar de integrale tekst van één van de producties. De Munt zette dan weer meer in op hun socialemediakanalen om het contact met het publiek te onderhouden.


Door de coronacrisis werd de culturele wereld genoodzaakt te digitaliseren. Heel wat culturele huizen sprongen mee op de kar door hun voorstellingen online aan te bieden. De Vlaamse regering trachtte de sector te ondersteunen door midden januari 2021 Podium-19 op te richten, een tv-kanaal voor cultuur. In eerste instantie stond BRONKS nogal twijfelachtig tegenover digitale voorstellingen. Een groot deel van de beleving is het live-element en net dat valt weg online. Op die manier kan de beleving van een theatervoorstelling een stuk minder intens zijn. Uiteindelijk ging BRONKS toch mee in het online verhaal. Er zijn enkele kwalitatief hoogstaande captaties uitgevoerd van voorstellingen die op Podium-19 te zien zijn. Toch blijft

© Philippe De Gobert

BRONKS ervan overtuigd dat een live theaterbezoek onvervangbaar is. De Munt kreeg het voor elkaar om in volle coronacrisis de voorstelling ‘Is this the End?’ in wereldpremière te laten gaan. Het was de uitgelezen kans om te experimenteren met hybride vormen van opera. Eigenzinnige en vernieuwende producties werden warm onthaald. Zo warm zelfs dat er een ‘Is this the End’ part 2 op het programma staat.




Ook BRONKS maakte van de gelegenheid gebruik om zaken uit te werken. Zo werd Studio BRONKS, een werking met en door kinderen, verder ontwikkeld. De coronacrisis was een opportuniteit om te brainstormen over plannen om nieuwe initiatieven te ontwikkelen.


De culturele toekomst: snoeien of bloeien?

De coronacrisis kwam als donderslag bij de al bewolkte hemel. BRONKS kijkt dan ook met gemengde gevoelens naar de toekomst. Eens de crisis over is, zal de regering geconfronteerd worden met een zware rekening. Dit kan op zijn beurt opnieuw leiden tot zwaar snoeiwerk in de middelen voor cultuur. Daarnaast uit BRONKS de vrees dat het middenveld steeds verder zal uitdunnen. Kleine organisaties krijgen het zeer moeilijk om aan voldoende middelen te komen. Dit zal uiteindelijk resulteren in twee uitersten. Enkele steeds groter wordende gesubsidieerde cultuurinstellingen zullen komen te staan tegenover een grote groep artiesten die afhankelijk zijn van projecttoelagen aan de andere kant.


Maar BRONKS staat wel sterk in haar schoenen om haar maatschappelijke rol verder uit te voeren. De grote uitdagingen zoals sociale ongelijkheid en diversiteit blijven nog steeds bestaan. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor BRONKS en hun inclusieve werking voor jongeren en kinderen. Ze willen zich ook inzetten voor andere artiesten door de komende jaren (kleine) gezelschappen meer te ondersteunen.


Corona heeft de agenda’s van beide cultuurhuizen grondig overhoop gegooid. Toch blijft De Munt inzetten op een zo divers mogelijk cultuuraanbod. Ondanks de verplichte pauze, staan mensen weer te springen om staande ovaties te geven eens het rode doek bij BRONKS en De Munt omhoog gaat.

bottom of page