top of page

Interview met Ianis El Kabou

Dat onze hoofdstad een bruisende creatieve hub is, staat buiten kijf. Naast muzikaal talent, bezit Brussel ook een groot aantal boeiende beeldenmakers. Vandaag plaatsen we een van hen in de spotlight: Ianis El Kabou is 21 jaar oud en fotograaf. Ondanks zijn jonge leeftijd weet El Kabou echter al heel goed wat hij wil: “Ik wil gewoon een stem kunnen bieden via mijn fotografie.” Wij voelden hem aan de tand over de Brusselse creatieve scene, Instagram en lessen die hij leerde uit de lockdown.



Project B : Hoi Ianis! Hoe ben jij bij fotografie terechtgekomen?

Ianis: Eigenlijk is dat vrij toevallig gebeurd. Mijn grote kinderdroom was altijd om acteur te worden. Toen ik in mijn laatste jaar aan de middelbare school zat dacht ik er zelfs even aan om toneel te gaan studeren in Parijs. Maar uiteindelijk veranderde mijn mindset en had ik het gevoel dat als het echt meant to be was, dat ik er dan wel zou inrollen en er niet voor hoefde te studeren. Na die realisatie zat ik even in de knoop met mijn studiekeuze. Ik had echt geen idee wat ik wilde doen. In mijn vrije tijd was ik wel al even bezig met fotografie: ik had thuis een oude camera gevonden waarmee ik af en toe wat foto’s nam. Die foto’s werden steeds beter en toen bedacht ik me ineens dat ik misschien gewoon fotografie moest gaan studeren. Dat bleek uiteindelijk een goede keuze want ik merk dat ik er nu enorm veel plezier uit haal.

Project B: En is er dan een specialisatie binnen fotografie waar je je op focust?

Ianis: Momenteel studeer ik aan Sint-Lucas in Schaarbeek en de opleiding daar is niet echt gericht op een specialisatie. De opdrachten die we krijgen zijn supervrij, dus zolang je kan verdedigen wat je doet ben je eigenlijk vrij om te doen wat je wil. Tegenwoordig ben ik veel bezig met reportagefotografie. Vooral in het kader van betogingen en activisme, dus ook aanleunend bij documentaire. Maar momenteel ben ik eigenlijk nog op zoek naar wat ik écht graag doe, dus probeer ik zoveel mogelijk uit.


Project B: Kan je ons wat vertellen over een project waar je momenteel mee bezig bent?

Ianis: Veel details kan ik er niet over geven, maar momenteel ben ik bezig met mijn eindwerk voor school. Het wordt een project dat draait rond vrijheid, duurzaamheid, ecologie, mensenrechten en meer. Die focus op activisme die ik daarnet aangaf komt hier dus ook sterk terug. Het zijn thema’s die mij mateloos fascineren. Zo wil ik ooit een boek uitbrengen dat rond vrijheid en alternatieve levenswijzen draait. Maar dat is een plan voor binnen een paar jaar.

Project B: Hoe is het om onderdeel te zijn van de creatieve scene in Brussel? Hoe zie jij die en hoe vertaalt die zich voor jou?

Ianis: Ik vind het enorm leuk om in Brussel te zijn. De stad is niet zó groot, waardoor iedereen binnen een bepaalde sector elkaar wel kent. De kunstscene is – naar mijn mening – ondergewaardeerd. Er zijn hier zeer veel makers – van fotografie tot tekenkunst en schilderkunst – aanwezig die écht goed werk maken. Dit maakt het soms moeilijk om je te onderscheiden, niet per se omdat er zoveel goede kunstenaars zijn maar omdat de kunstscene niet genoeg aandacht krijgt. Ook het tonen van werk is nogal moeilijk, maar er zijn wel veel initiatieven die daarbij helpen. Zo is er binnenkort een expo georganiseerd door DAR, het jeugdhuis van centrum Brussel. Of er is het festival Big in BXL, waar ik zelf al een paar keer aan heb deelgenomen en waardoor ik kon tentoonstellen in de Beursschouwburg. Deze initiatieven zijn nuttig, maar de overheid zelf zou de kunsten ook meer moeten ondersteunen. Zij zouden meer infrastructuur voor jonge kunstenaars moeten voorzien door bijvoorbeeld te investeren in expositieruimten. Deze zijn als jonge maker moeilijk te vinden en vaak ook vrij duur. Er was een periode dat ik zelf actief op zoek ging naar plaatsen om te exposeren, maar ben dat nu echt even beu. Voor jury’s op school kunnen we gelukkig beroep doen op de ruimtes daar. Normaal hebben we op school ook een expo waar iedereen gewoon naartoe kan komen, maar met de huidige situatie rond COVID is dat jammer genoeg niet meer mogelijk. Sociale media als Facebook en Instagram zijn dan dankbare media om je kunst toch te laten zien, zeker nu. Een expo trekt wel een ander publiek aan dan je volgers, maar het is al een grote revolutie voor de kunstenaar om Instagram te hebben.



Project B: Dat is een interessant punt dat je maakt. Binnen de kunstwereld lijkt netwerken enorm belangrijk te zijn: kan Instagram hier een hulp bieden of blijft “in real life” netwerken toch nog het belangrijkste.

Ianis: Ik vind in real life sowieso altijd beter. Uiteraard maak ik gebruik van online tools omdat het makkelijk is, maar ik zou veel liever live kunnen spreken met mensen in plaats van online. Dankzij Instagram heb ik wel foto’s kunnen verkopen, onlangs heb ik nog een paar beelden aan VICE verkocht. Voor zulke zaken is het dus wel handig: ze zien je werk online, vragen om foto’s en als ze ze goed vinden gebruiken ze die en betalen ze je ervoor. De mensen van VICE kennen nu ook mijn stijl en als ze een foto rond een bepaald thema nodig hebben, dan sturen ze het artikel door en als ik beelden heb die erbij passen dan kunnen zij ze snel overkopen en publiceren. Het internet zorgt dus wel voor sneller contact met mensen, maar ik zou toch nog steeds veel liever echt met mensen praten.


Project B: Is de stad Brussel een inspiratiebron voor je fotografie?

Ianis: Brussel is een grote inspiratiebron, maar dan vooral de mensen die er wonen. Wat voor mij Brussel tot Brussel maakt zijn de inwoners. Daarnaast zijn er ook zoveel goede kunstenaars in Brussel, waardoor je in contact komt met enorm veel verschillende stijlen en werelden. Zuivere inspiratie is soms moeilijk te hebben, maar invloeden zijn er genoeg. Misschien zelfs teveel invloeden soms [lacht].


Project B: Daarnet vermelde je COVID-19 al even. Dat dit virus ons leven grondig overhoop heeft gegooid is een understatement denk ik. Hoe heb jij de eerste lockdown in maart ervaren? Ben je erin geslaagd creatief te blijven tijdens deze periode?

Ianis: Die periode was inderdaad zeer moeilijk. Ik ben altijd iemand geweest die zeer weinig thuis is. Ik werkte in het nachtleven en mijn weekends waren standaard non-stop rush. En dan moet je opeens van de ene op de andere dag thuisblijven. Ik had het geluk dat ik net buiten het centrum van Brussel woon, vlakbij een groot bos waar ik elke dag kon gaan wandelen met mijn hond. Door die wandelingen ben ik dan ook begonnen met natuurfotografie. Iets wat ik daarvoor echt zelden deed, maar plots had ik enkel natuur of mijn familie om te fotograferen. In die zin heeft die eerste lockdown ook wel een positief effect gehad: het heeft me geforceerd om andere dingen te doen die ik ervoor nooit geprobeerd zou hebben.


Project B: Zijn er zo nog zaken die je dankzij de crisis ontdekt hebt en die je praktijk geholpen hebben?

Ianis: Ik denk dat ik meer persoonlijke ontdekkingen heb gedaan, dan op het vlak van mijn werk. Mijn fotografie is natuurlijk ook een manier van hoe ik me uit, dus indirect heeft het sowieso ook invloed gehad op wat ik maak. Ik deed veel aan street photography waarbij ik vrienden en vreemden op straat fotografeerde. Sinds corona ben ik me meer gaan bezighouden met activisme. Ecologie, feminisme, mensenrechten, politiegeweld, wat dan ook. Ik vond dit altijd al superbelangrijk en ben er ook altijd mee bezig geweest, maar ben er nu nog meer geïnvesteerd in geworden. Als ik kunst maak doe ik dit enerzijds voor mezelf natuurlijk, maar fotografie is voor mij ook een manier om deel uit te maken van deze bewegingen en mensen dingen te laten zien die ze in traditionele media niet zouden zien. Als een betoging bijvoorbeeld uit de hand loopt, dan zal klassieke media snel zijn om iedereen over dezelfde kam te scheren en als agressief te bestempelen. Terwijl dat geweld dan misschien om slechts twee of drie mensen ging en er ook heel veel mooie momenten waren. Daarom probeer ik er dan te zijn, om het mooie te tonen en om de mensen het goede te laten zien. Want als wij het niet doen, dan gaan zij het ook nooit doen.



Project B: Cultuur en kunst heeft altijd wat op de achtergrond gestaan wanneer er maatregelen werden opgesteld tegen de verspreiding van het coronavirus. Wat vind je hiervan en zie je zelf betere alternatieven die ze hadden kunnen nemen?

Ianis: De huidige periode is sowieso moeilijk voor iedereen. Het huidige coronavirus is iets dat we helemaal niet kennen, snel is opgekomen en veel mensen doodt. Dus ik kan begrijpen dat het voor hen moeilijk is om geschikte maatregelen te vinden. Dat gezegd zijnde, vind ik veel maatregelen echt dom. Je mag niet op restaurant gaan waar je met voldoende afstand uit elkaar kan zitten, maar je mag wel tijdens het spitsuur op een overvolle bus zitten? Zulke dingen snap ik echt niet en dit maakt me boos. Wat ik vooral jammer vind, is dat ze alle schuld bij de jongeren lijken te leggen. Iedereen heeft het moeilijk, dus met de vinger wijzen naar bepaalde groepen haalt echt niks uit.

Project B: Wanneer COVID-19 eindelijk verleden tijd is en alle maatregelen verdwenen zijn, denk je dan dat deze crisis positieve of negatieve uitkomsten zal hebben?

Ianis: Op economisch vlak zal er sowieso verlies zijn, ik vrees zelfs dat er een enorme crisis aankomt. Wat kunst betreft denk ik niet dat er noodzakelijk een positief of negatief effect te merken zal zijn. Wanneer we kijken naar de Tweede Wereldoorlog, dan zien we ook dat kunst enorm belangrijk was. Er waren andere invloeden en emoties die allemaal gereflecteerd werden in de kunst. Een verandering treedt dus op, maar deze is niet per se positief of negatief. Dat zal bij deze crisis ook zo zijn denk ik.


Project B: Laten we ter afsluiting kijken naar je eigen toekomst. Heb je een grote droom die je nog zou willen bereiken?

Ianis: Goh, zou ik echt mogen dromen dan wil ik later gekend staan als de fotograaf van het volk. Iemand die de strijd in beeld bracht die dagelijks door veel mensen wordt gevoerd, maar waar niet genoeg over gesproken wordt. Ik wil gewoon een stem kunnen bieden via mijn fotografie. Persoonlijke roem doet me weinig. Dat mijn foto’s beroemd zouden worden, met veel plezier. Maar interviews doen hoeft voor mij niet. Er is mijn werk en dat zegt genoeg over mezelf.


bottom of page