top of page

In gesprek met 3 horecazaken in hartje Brussel

C'était au temps où Bruxelles dansait

C'était au temps où Bruxelles bruxellait… zong Jacques Brel ooit. Brussel is een stad met vele gezellige cafés, restaurants en mooie hotels. Toch hebben we al een tijdje niet meer kunnen dansen en klinkt de stilte in het normaal zo bruisende Brussel plots heel luid. Dat komt onder andere doordat de horeca, een belangrijke ontmoetingsplaats voor jong en oud, al bijna een jaar zijn deuren heeft moeten sluiten. Wij gingen een gesprek aan met drie horecazaken die een gevestigde waarde vormen in hartje Brussel en vroegen hen naar de impact van de crisis, hun visie op het beleid en toekomstperspectief.


MADE IN LOUISE

Voor het eerste interview zaten we aan tafel met Martin Duchateau, eigenaar en manager van hotel Made In Louise. Dit boetiekhotel opende acht jaar geleden zijn deuren en is voorzien van 48 hotelkamers. “Het is een 100% Brussels familieproject waarbij mijn moeder de binnenhuisarchitectuur verzorgd heeft en mijn vader instond voor de financiering”. Het hotel beantwoordt zeer goed aan de behoeften en gewoontes van zakenmensen, maar is ook zeer geliefd bij vrijetijdscliënteel.

Organiseren jullie evenementen in het hotel?

“Ja, voor de crisis organiseerden wij al kleine evenementen zoals jazz-avonden in de binnenkoer. Daarnaast maakt ons zakelijk cliënteel regelmatig gebruik van onze conferentieruimte, die wij ter beschikking stellen.” Tijdens de coronacrisis werden er ook acties georganiseerd in samenwerking met de Brussels Hotels Association. “Zo hebben we voor Pasen een actie georganiseerd met kilo’s Galler chocolade waarbij klanten op zoek konden naar de verstopte paaseieren in hun hotelkamer. Binnenkort staat er ook een Mexicaanse nacht op de planning waarbij klanten een doos vol heerlijk Mexicaans eten en margarita’s krijgen.” Bovendien werd er ook voor het eerst geëxperimenteerd met het concept Dine & Sleep. Klanten konden gaan eten bij een restaurant op het einde van de straat om nadien in hotel Made In Louise te overnachten.


Wat was uw eerste reactie toen u hoorde dat corona in ons land was?

Martin zijn eerste reactie was er eentje van totale ontkenning. “Ik weet dat de toeristische sector het hardst getroffen wordt wanneer er een crisis is. Ik heb er al zes meegemaakt, zoals 9/11 en de aanslagen in 2015. Maar telkens wanneer we instortten, herstelden we zeer goed. Maar deze crisis is meer ingrijpend dan ooit.”. Na een recordjaar in 2019 dacht Martin dan ook dat het zaken- en vrijetijdstoerisme nog meer zouden bloeien. “Daarom hadden we een uitzonderlijk jaar verwacht in 2020. Tot die bewuste vrijdag 13 maart. We gingen van een bezetting van 90% naar minder dan 10% in nog geen 24 uur. Daarom besloot ik de maandag erop het hotel te sluiten. Toch dacht ik nog steeds dat dit een klein griepje was en dat we na 3 weken terug zouden kunnen openen.”.




“Tijdens deze crisis moet je steeds creatief terugvechten.”

Welke maatregelen hebben jullie genomen in het hotel?

“We hebben voornamelijk stagiaires in dienst genomen omdat dat nu eenmaal goedkoper is. All mijn vast personeel is dus momenteel werkloos.”. Voor de rest ondernam Martin ook meerdere maatregelen inzake hygiëne. “Uit noodzaak sloten we de ontbijtzaal maar helaas hebben we niet de geschikte apparatuur voor een veilige roomservice. We moesten dus alles een beetje vanaf nul uitvinden”. De grootste verandering werd doorgevoerd op digitaal niveau. “Zo zijn we beginnen experimenteren met een touch- en keyless systeem om de check-in sneller en voorzichtiger te laten verlopen.”.

Wat is uw mening omtrent het beleid?

“C’est une cacophonie quoi! Nu, ik weet ook wel dat de beleidsmakers een uiterst moeilijke taak hebben en dat ze nu oplossingen moeten verzinnen voor een situatie die totaal onwaarschijnlijk is”. Maar de hulp komt te laat en er is nood aan duidelijke boodschappen. Toch geeft hij aan dat hij dankbaar is dat hij zijn hotel nooit langer dan 3 maanden heeft moeten sluiten. “Aan de ene kant is dat positief, maar aan de andere kant belet het me om steunmechanismen te ontvangen terwijl ik maar 5% bezetting heb”. Wanneer hij denkt aan de verhalen die hij gehoord heeft van horeca collega's, merkt hij dat er nood is aan hulp op nationaal niveau. “Want die gefragmenteerde hulp maakt het zeer moeilijk om beslissingen te nemen als ondernemer”.

“De maatregelen, c’est une cacophonie quoi!

Zijn er nieuwe routines die u zal voortzetten na de pandemie?

“Ja, wij zullen onze normen inzake netheid zeer hooghouden. Verder probeer ik veel meer uit te besteden om me gemakkelijker te kunnen vestigen, en ga ik veel meer digitaal om menselijk contact te vermijden”. Verder geeft Martin ook aan dat hij in de toekomst meer veerkrachtig wil zijn. “Zodat als er een crisis komt, ik snel kan reageren en ook de kosten kan verlagen”. Dit zal zich in de praktijk uiten door in plaats van een hotel met kamers, verschillende hotel-appartementen te openen. “Als er een crisis is, kan ik deze voor 6 maanden verhuren aan studenten”. Hij probeert nu ook zo goed mogelijk na te denken over hoe hij klaar kan zijn. “De wereld zal geen aangename plek zijn, of het nu een guerrilla is of de ongelijkheid die explodeert. We zitten nog steeds in een wereld die voortdurend borrelt, of het nu om het klimaat of de economie gaat. Daarom ben ik voor de komende 10 jaar een beetje bang, maar aan de andere kant wil ik nog steeds ondernemen. En dat zal ik ook blijven doen, al is het op een veel voorzichtigere manier dan ik het vier jaar geleden zou gedaan hebben”.


Heeft de crisis uw band versterkt met uw klanten?

“De pandemie heeft ons op menselijk vlak dichter bij onze klanten gebracht. We moesten heel hard werken om een nog sterkere loyaliteit te ontwikkelen. Zo kennen we nog steeds de namen van een derde van onze klanten uit het hoofd en we hopen dit ook te kunnen behouden en te versterken in de toekomst.”. Voor de rest relativeert hij de situatie en blikt hij privé terug op een aangename periode. “Ik heb veel meer tijd met mijn doorgebracht . En uiteindelijk, hoewel we echt heel veel geld zijn verloren, hebben we toch het geluk dat we uit deze crisis zullen komen. Het belangrijkste is er nog steeds. Er zijn mensen die echt alles verloren hebben hé?”.


BAVET

Voor ons tweede interview namen we contact op met BAVET, een gevestigde restaurantketen in Vlaanderen maar ook in Brussel. De CEO zelf stond ons te woord.


Goededag, dankjewel om tijd vrij te maken voor dit interview. Kan u zichzelf en uw restaurant kort voorstellen?

“Ik ben Peter Van Praet, oprichter en CEO van het fast-casual foodconcept Bavet dat actief is in de verschillende grootsteden van Vlaanderen en sinds drie jaar ook in onze Belgische hoofdstad”. Het restaurant kan gesitueerd worden tussen fastfood en fine dining. “Wij zijn erg laagdrempelig, want voor een prijs tussen de 10 en 20 euro kunnen mensen bij ons terecht voor een Belgische spaghetti in allerlei variaties en met verschillende toppings naar keuze”.

Organiseren jullie met Bavet ook evenementen en acties?

“Ja, zeker en vast! Wij organiseren vaak acties en evenementen omdat wij een sterke community willen uitbouwen”. Naast het voorzien van speciale pakketten om thuis zelf te koken tijdens feesten zoals Moederdag of Valentijn of evenementen zoals de Ronde Van Vlaanderen, werden er tijdens de pandemie ook nieuwe acties op poten gezet.


Wat was uw reactie toen u hoorde dat de horeca op slot moest?

“Die twee weken voor de effectieve sluiting hadden we dit natuurlijk wel een beetje verwacht door wat er in het buitenland aan het gebeuren was. Maar nooit dat er regels met zo een impact zouden uitgesproken worden, toch niet zoals de situatie waar we vandaag in zitten”. Peter spreekt wel van geluk met zijn sterk team. Er werd onmiddellijk zeer communicatief gereageerd waarbij Bavet besloot om toch nog open te blijven zonder bediening maar met take-out en delivery.


“We hebben foodboxen tot bij de mensen thuisbezorgd met Bavet Camionet en Bavet Superet. Dat was een succes!

Op welke manier hebben jullie dit bij Bavet georganiseerd?

“We hebben gezorgd dat mensen met heel weinig tewerkgesteld werden in het restaurant, met telkens één persoon die actief is in de keuken en dan als het nodig is werd er bijkomend personeel ingezet als host.” Daarnaast heeft hij ook de tijd gevonden om online sales te genereren en een rebranding door te voeren. Voor de versoepelingen werd er in het restaurant gewerkt met een pre order-systeem door het vooraf boeken van timeslots. Om alles in het restaurant corona-proof te laten verlopen, konden klanten de menukaart scannen aan de hand van een QR-code en werden er doorzichtige beschermingszeilen geplaatst tussen de tafels.

Wat vinden jullie van de genomen beleidsmaatregelen?

Ook voor Peter mist er concrete communicatie en duidelijkheid. “Ik doe niet vaak politieke uitspraken, maar wat er nu aan het gebeuren is, vind ik toch wel een van de grootste circussen die ik ooit heb gezien”. Dit omdat de datum van heropening steeds later werd doorgeschoven. “Het is een beetje willen maar niet kunnen”. Hij beseft wel dat hij in een sector werkt waar veel mensen samenkomen en dat dit al snel kan uitmonden in een broeihaard van besmettingen als de regels aan hun laars gelapt worden. Peter vindt dan ook dat deze horecazaken streng gestraft moeten worden. “Maar als je dan kijkt naar de niet-essentiële winkels en kledingwinkels… met alle respect maar die staan vol. Zeker bij de solden is dat een overrompeling en het is gewoon waanzinnig dat je dan als horeca uitbater uw terras moet sluiten”. Verder geeft Peter ook aan dat ze bij de heropening als sector hebben bewezen dat ze kunnen functioneren volgens de opgelegde regelgeving om zo het risico te kunnen indijken. “Er is dan ook geen piek geweest na juni. Het is jammer dat we dan nu opnieuw de langst gesloten sector zullen zijn. Bovendien is het ook vaak een kwestie van Brussel versus Wallonië versus Vlaanderen, dat is gewoon één grote joke. Je voelt dat iedereen het moe is”. Daarnaast vindt de zaakvoerder van Bavet het spijtig dat de horeca niet wordt aanzien als één sector maar als een traditioneel boerenberoep van kleine zelfstandigen. “Maar wij zijn een hospitality-bedrijf, we willen ons ook zo positioneren in de markt en dat brengt onze sector echt wel in een slecht daglicht, ook naar werkgelegenheid toe”.



Hoe zou je het zelf anders doen?

“Ik sta 100% voor een harde lockdown. Sluit alles af! Zet die avondklok in! Om nadien stelselmatig de verschillende sectoren te openen. Niet te lang van elkaar en goed gecontroleerd. Nu wordt er veel te lang aangemodderd”. Voor de rest vindt hij het belangrijk dat er geld vrijgemaakt wordt voor de nodige subsidies voor horecazaken. “Die btw-verlaging mag van mijn part nog drie jaar aanblijven”. Hij zou zorgen voor een betere communicatie naar de horecasector en een effectievere controle. De eigenaar van Bavet geeft aan dat het altijd makkelijker is om aan de zijlijn te staan roepen dan het zelf te doen, maar mist de consistentie in de uitspraken van de beleidsmakers. Daarnaast beseft hij dat het een situatie is waar we nog wel even in zullen zitten, maar dit zou volgens doeltreffende regels met de nodige hygiëne en voldoende afstand op een correcte manier gerealiseerd kunnen worden. “Dan zijn we er hopelijk toch van af tegen de zomer, laat ons zeggen tegen de nationale feestdag op 21 juli, en dan kunnen we een frisse pint drinken”.


“Zeker bij de solden is dat een overrompeling en het is gewoon waanzinnig dat je dan als horeca uitbater uw terras moet sluiten.

Welke gewoontes zal Bavet doortrekken in de toekomst?

“Op onze thuislevering gaan we iemand apart zetten, die zorgt dat dit kanaal zeer goed gemanaged wordt”. Bovendien wil Peter inzetten op experience. “Ik denk dat uit eten in de toekomst meer en meer een uitje gaat worden. Als mensen dan kiezen voor Bavet weten ze wat ze kunnen verwachten en hopelijk kiezen ze dan voor die ervaring”. Verder zullen digitale meetings in de toekomst de norm worden. “Ik denk dat je met calls veel meer kunt bereiken soms dan met fysieke meetings of via een mail-cultuur”.


Heeft deze crisis ook voor positieve zaken gezorgd?

“Het positieve effect is natuurlijk dat heel veel mensen gezegd hebben dat we nog meer gedigitaliseerd zijn dan ooit tevoren. We hebben bepaalde zaken geïmplementeerd die we zeker gaan doortrekken naar de toekomst en we hebben sterke nieuwe partners gemaakt”. Buiten al die problemen en het geldverlies vindt ook Peter dat we moeten relativeren. “We hebben nog altijd geen oorlog meegemaakt hé. Een oorlog, dat duurt vier, vijf jaar. Er zijn duizenden of miljoenen mensen waarvan wij nog niet eens weten hoe slecht dat ze het hebben. En ja, corona is nu voor ons allemaal het grootste probleem ter wereld, maar ik denk dat we toch af en toe moeten nuanceren. Straks pakt ge uw koffie en een bak frieten en het leven gaat door”.


MONK

Tot slot interviewden we natuurlijk ook een café-uitbater, namelijk Filip Jans, de uitbater van café monk. Zeker als het over de horeca in Brussel gaat, kunnen we niet anders dan ook café’s aan het woord te laten.


Kan u zichzelf en café Monk even voorstellen?

“Mijn naam is Filip Jans, ik ben geboren en getogen in Leuven maar voel mij na 20 jaar te wonen in de hoofdstad een echte Brusselaar”. Zijn passie voor horeca en bier heeft ervoor gezorgd dat hij Monk overnam. “Vroeger was ik een buurtbewoner van Monk, toen het café failliet ging vond ik dat dit erfgoed gered moest worden en heb ik mijn schouders eronder gezet, waardoor ik sinds 2013 zaakvoerder ben”.

Organiseren jullie soms ook evenementen in het café?

“Ja het is toch belangrijk om de mensen op de één of andere manier te entertainen, zorgen dat er een leuke avond is. Eigenlijk ook continu zorgen dat er een soort verrassingseffect kan zijn”. Monk is dan ook een fervent aanhanger van alles wat de Brusselse cultuur betreft. Het café staat bekend voor het steunen van muzikale projecten en het organiseren van poëzie-avonden zoals De Sprekende Ezel. Ook kunstenaars en schilders komen aan bod in Monk. “Natuurlijk wel altijd met de voorwaarde dat het allemaal vrij is, we vragen nooit inkom, omdat we vinden dat onze klanten altijd toegang moeten hebben tot onze zaak”.

Wat was uw eerste reactie toen u hoorde dat corona in België was?

“Ik herinner mij die dag nog heel goed. Het was vrij warm toen het nieuws bekend gemaakt werd. Ik zat toen op het terras met een collega toen er geruchten waren dat in Knokke de horecazaken dicht moesten gaan. Maar ja toen bleek het al heel snel om een nationaal verhaal te gaan. Dat was echt een moment van ongeloof. Het had zelfs iets spannends, want als ondernemer sta je wel altijd in voor een uitdaging. Maar ja, dat is uiteindelijk wel anders uitgedraaid…”.

Hoe bent u omgegaan met de opgelegde coronamaatregelen?

Monk kon corona-proof functioneren omdat het pand groot genoeg is om operationeel te zijn. “Wij hebben ook de take-away van onze bolognaisesauzen De mijne is de beste verder uitgewerkt. Het concept was rond en de potten stonden klaar. Door de pandemie hebben we dus de tijd gevonden om dit te lanceren”. Daarnaast werd er ook een crowdfunding gestart die volgens Filip als een godsgeschenk uit de hemel viel. “Dat was onze grootste zuurstof tijdens deze crisis want het speelt in op uw financiële én emotionele noden. Dat is een heel pijnlijke beslissing om te vragen maar het geeft wel enorm veel voldoening om te zien dat je gesteund wordt door uw collega’s, klanten en vrienden.”.

“Crowdfunding, dat was onze grootste zuurstof tijdens deze crisis want het speelt in op uw financiële én emotionele noden.

Wat is uw mening omtrent de maatregelen voor de horeca?

“Het blijft een soort steekproefsgewijze handhaving van de maatregelen die zijn opgelegd. We krijgen elke keer een perspectief voorgeschoteld en hoe dichter die datum nadert, hoe minder hoop er is. Daardoor verdwijnt uw eigen motivatie een beetje in het moeras samen met de band met uw collega’s, dus met elke week die erbij kwam werd het telkens zwaarder”. Daarnaast heeft Filip net zoals de twee andere uitbaters, waarmee wij spraken, veel onbegrip voor de wijze waarop de verschillende Gewesten ondersteuningsmaatregelen ontvingen. Ook hij vindt dat dit geen deel uitmaakt van een goed beleid en heeft het gevoel dat het land op die manier nog verder verdeeld wordt. “Ze moeten stoppen om u alsBrusselaar, Vlaming of Waal beter of slechter te laten doen voelen ten opzichte van andere personen in een ander Gewest”. Hij geeft aan dat dit eigenlijk niet zou mogen en het in de horecasector toch een impact heeft nagelaten. “Moest ik een nieuwe kans hebben om ergens een zaak te beginnen is het in elk geval niet uitnodigend om het in Brussel te doen, dan zou ik eerder kiezen voor Vlaanderen. Dat is een zeer spijtige evolutie, maar het verschil is zo groot. Ik hoor verhalen dat het soms tot 20 keer verschil kan maken”.

Hoe zou u de maatregelen bepalen indien de horeca zelf mocht kiezen?

“Ik denk dat er pas groen licht moet gegeven worden als iedereen of als elke zaak op de een of andere manier toch zijn eigenheid kan terugverdienen. Of kan tonen aan zijn cliënteel dat ze ontvangen kunnen worden op de manier waarop zij dat gewoon waren”. Monk bewees al dat ze de nieuwe werkwijze tijdens de versoepelingen op een effectieve en controleerbare manier hebben geïmplementeerd. Daarnaast vindt Filip het zeer belangrijk dat de klanten het volledige gamma aan producten kunnen consumeren, zoals dat vóór de crisis kon. “Dan ben ik inderdaad wel meer voor ‘gewoon toe’. Dat is drastischer maar dat is dus ook controleerbaarder. Natuurlijk op voorwaarde dat de mensen in de horeca voldoende ondersteund worden, hé”.


Ze moeten stoppen om u als Brusselaar, Vlaming of Waal beter of slechter te laten doen voelen ten opzichte van andere personen in een ander Gewest.

Wat is uw visie op de toekomst?

“De schade is financieel en emotioneel heel groot. Wat voor mezelf dan betreft, heb ik een heel pak minder vertrouwen gekregen in mezelf om dingen te ondernemen en om risico’s te gaan pakken. Ik denk dat het nog een tijdje gaat duren alvorens ik mijzelf terug stevig in mijn schoenen voel zoals voordien”. Ondernemers worden volgens Filip ontmoedigt om nog zo vlug in een verhaal of project te stappen en hij denkt dat daar dan ook de impact zal zijn. “Voor de rest zijn wij toch nog altijd voorstander van die service aan de toog. Dat is verboden geworden tijdens de crisis maar ik vind dat een heel belangrijk ontmoetingspunt in onze zaak. De toog is nog altijd waar dat er gepraat wordt. Ik hoop daarom dat we snel onze toog terug noemenswaardig toog mogen noemen (lacht).”

Heeft u toch nog iets positiefs uit de pandemie gehaald?

Volgens Filip zijn de dingen die al belangrijk waren nog belangrijker geworden. “De samenhang van uw collega’s en uw team samenhouden, zorgen dat uw bedrijf financieel gezond blijft. En voor de rest zijn mijn klanten nog belangrijker dan ze al waren, dat hebben ze mij bewezen met die crowdfunding en dat heeft mij echt geraakt”.


bottom of page