top of page

Podcast | De horeca in Brussel ligt in coma, een podcast met de Federatie Horeca

De horeca heeft het moeilijk sinds de coronacrisis en sinds de verplichte sluiting van de cafés en restaurants. De zaken hebben misschien wel wat steun gekregen van de overheid en van de klanten zelf, maar dit was niets in vergelijking met wat ze normaal draaien. De gehele sector wordt ondersteund door de Federatie Horeca, zowel op juridisch als op sociaal en fiscaal vlak. De Federatie stelde plannen op die werden voorgesteld aan de overheid om de horeca vanaf het begin van de crisis overeind te houden, maar er werd niet altijd naar hen geluisterd. Ze deden er alles aan om de horeca zo goed mogelijk te kunnen helpen, maar dat verliep niet altijd van een leien dakje. Fabian Hermans, penningmeester bij Federatie Horeca en verantwoordelijke van de cel Covid, deed zijn verhaal aan ons in deze podcast. De podcast is te beluisteren in het Frans, maar voor de geïnteresseerden is ook de volledige Nederlandstalige transcriptie in dit artikel te vinden.

Transcript podcast

Hallo, bedankt om te willen deelnemen aan onze podcast voor Project B. Project B is een project van de VUB dat zich focust op de impact van de coronacrisis op verschillende sectoren in Brussel. Binnen onze groep focussen wij ons specifiek op de horecasector. De horeca heeft tot vandaag hard geleden onder de maatregelen en daarom vinden wij het belangrijk om verschillende mensen uit de sector aan het woord te laten. Wij hebben reeds interviews afgenomen bij een hotel, restaurant en café uit de sector. Voor de podcast hadden wij graag vanuit een ander perspectief gekeken naar de horecasector, namelijk het perspectief van de Federatie Horeca. Ik geef nu het woord aan Lara, die met een kleine introductie gaat beginnen.


Kunt u zich even kort voorstellen, met uw naam, uw leeftijd en beroep?

Ja, ik ben Fabian Hermans, ik heb een administratieve functie binnen Federatie Horeca. Ik ben aan de leiding van de cel Covid problematiek sinds de start van de crisis. Ik ben ook de penningmeester van de federatie en ik ben 47 jaar oud.


En wat houdt de opdracht van de federatie horeca Brussel in?

Dus de federatie horeca in Brussel, net als Horeca Vlaanderen en Horeca Wallonië, is verantwoordelijk voor de paritaire conventie 302. De paritaire conventie 302 is het orgaan van de staat dat alles op het niveau van de regering en de horeca in het algemeen leidt. De horeca, dat zijn 3 letters, Ho-re-ca, we hebben de hotels, de restaurants, de cafés, maar we mogen ook de cateraars, de evenement cateraars, de toeristische accommodaties, de frituurzaken en de foodtrucks niet vergeten. Al dat behoort tot de DNA van de horeca. Dan is er ook nog het nachtmilieu, de discotheken, bars, bistro’s, … Ook dat behoort ook allemaal tot de horeca. Verrassend genoeg, om jullie een ander voorbeeld te geven, zijn er sauna’s waarbij de bijhorende bar en restaurant een veel hogere activiteit hebben dan hun oorspronkelijke activiteit. Die behoren ook tot de 302, als paritair orgaan van de sector. We hebben de plicht om het geheel van de sector te verdedigen in Brussel. Er zijn iets meer dan 7000 zaken in Brussel, we hebben wel geen 7000 leden, maar het is onze plicht om de gehele sector te verdedigen.


Heeft u zelf ook ooit in de horeca gewerkt?

Ja, ik werk al 28 jaar in de sector. Ik heb tot mijn 35 jaar een voltijdse jobs gehad in de horeca, dus ik weet er veel over en vandaag heb ik nog 3 verschillende zaken, twee in België en één in het buitenland. Deze zijn bemand met personeel omdat ik mijn eigen verantwoordelijkheid in de zaken wou verminderen. Ik heb ook nog twee bedrijven die heel verschillend zijn, een catering zaak en een seminariecentrum.


Wat is de voorwaarde om bij de federatie van de horeca te mogen werken?

De voorwaarde is dat je moet solliciteren en de sollicitatie moet goedgekeurd worden door de raad van bestuur en door het directiecomité. Het directiecomité bekijkt eerst je CV en in functie daarvan wordt je eventueel goedgekeurd. Daarna dient er nog ingestemd te worden door de raad van bestuur.


Sinds hoelang bestaat de federatie?

Sinds 1900 in Brussel en in de 3 andere federaties, jullie moeten weten dat de horeca, dus de eerste statuten in een OZW verzameld werden in 1939. Voor Brussel dateren de eerste statuten zelfs van 1933. Dus we zouden een koninklijke organisatie kunnen zijn want als je statuut 50 jaar oud is, kunnen we de koninklijke benoeming vragen.


Nu zullen we beginnen met de vragen over Covid-19. Wanneer er echt de aankondiging kwam dat de horeca moest sluiten, waren jullie daar toen op voorbereid?

Nee helemaal niet. Ik kan jullie zeggen dat ik het live heb bekeken en ’s nachts niet heb kunnen slapen, niet omdat ik niet kon slapen, maar omdat we de hele nacht in vergadering zaten. We hebben 48 uur na elkaar gewerkt, non-stop in vergaderingen om op 15 maart een plan voor te stellen ter ondersteuning op het niveau van de regionale regering. We hebben ongeveer drie weken later het plan ingediend, met hulp van onze collega’s van Vlaanderen en Wallonië voor een plan op federaal niveau.


Wat er van plan was op 15 maart, dat is het phoenix plan en bijna het hele plan werd uitgevoerd. Het heeft een jaar geduurd voordat de regering verstond dat ze dit plan moest gebruiken als ze de sector wilde ondersteunen.


En dat plan, hadden jullie opgesteld vermoedend dat deze crisis één of maximum twee maanden ging duren, of hadden jullie al verwacht dat het langer ging duren?

Nee, op verschillende vlakken hadden we voorzien om hulp te bieden op langere termijn. We hebben de hulp gekregen van economen. We hebben ons omringd met mensen om een algemeen plan te kunnen indienen. Eén van de plannen was om de wet van Declerck van 1980 te kunnen hergebruiken, die toestaat dat er geld wordt geïnjecteerd in bedrijven zodat de economie kan worden ondersteund met persoonlijke middelen en dat die middelen worden gegarandeerd door de overheid en dat dit belastingmatig ondersteund wordt.


Het komt ongeveer overeen met crowdfunding of iets dergelijks. In diezelfde gedachtegang heeft Ecolo in de kamer een wetsontwerp ingediend dat de cultuur en de horeca een iets ruimere wet inzake crowdfunding heeft toegestaan.


Bent u altijd akkoord geweest met de genomen maatregelen of had u het soms moeilijk om te begrijpen waarom deze genomen waren?

Alles hangt af van welke maatregelen. Vandaag is er geen enkel wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat onze sector een groter risico betekent dan andere sectoren.


Er is geen wetenschappelijk onderzoek. Het enige onderzoek dat gerapporteerd werd door een Amerikaans medisch tijdschrift, is een onderzoek dat gedaan werd in de Verenigde Staten, gedurende 3 weken en enkel in de fast foods in een tijd waar er nog geen gezondheidsmaatregelen genomen werden. Het duurde veel te lang om hier een onderzoek uit te voeren en het kostte te veel, hierdoor konden we geen onderzoek uitvoeren.


We hebben geprobeerd om de steun te krijgen van universiteiten, maar het is vrij moeilijk omdat we onder andere virologen nodig hadden en die vaker in de studio’s van de televisie waren dan op het terrein om oplossingen te vinden.


Wij hebben de indruk ook dat er vaak een vrij negatief beeld opgehangen wordt van de horeca. Bij de heropening lieten de media uitschijnen dat de horeca de enige sector was waar corona rondging. Vindt u dat de media een te negatief beeld verspreid hebben?

Dat is het mediatieke gedeelte, de media verspreidt informatie zonder enige waarachtigheid. We communiceren vanalles en nog wat en toch moeten we de situatie soms nuanceren of rechtzetten.


Dat schetst een heel negatief beeld voor sommige personen op het moment dat de informatie gegeven wordt, juist door de negatieve manier waarop de informatie gegeven wordt.


Dat is ook een groot probleem. Op het niveau van de drie federaties hebben wij de vrijheid genomen om het recht op weerwoord te vragen aan de pers, omdat sommige informatie die werd doorgegeven, niet de juiste informatie was. Ik ervoer het zelf dat ik informatie gaf aan sommige journalisten en als ik de volgende ochtend las wat er in de krant stond, een weerwoord moest vragen.


Wat hebben jullie ondernomen om de restaurants, bars, cafés die dat vroegen hulp te bieden?

Ten eerste gingen we hen uitleggen wat ze konden onderbreken of annuleren. Want dat is de grote problematiek van onze sector. De grote hotels worden beheerd door boekhouders die juristen hebben en adequaat personeel in alle functies. Sommige grote restaurants hebben ook zo’n volledig team, maar dat is slechts een klein percentage. Op het niveau van die grote hotels en restaurants, zijn het maar 100 van de 7000. De rest van die 7000 klanten, voor het merendeel restaurants, zijn beheerd door onafhankelijken en hebben dit soort personeel niet in dienst. Hierdoor wisten ze niet wat er mogelijk was op vlak van onderbreking of annulatie. Als ze ons nu bellen, is het teken dat ze op de rand van de afgrond staan.


Ze bellen niet op voorhand, dus ze zijn echt op de rand van de afgrond. Dan zeggen we hen “u kunt uw onderhoudscontracten opschorten, uw gas- en elektriciteitscontract kan beperkt worden” als we het hen uitleggen krijgen we als antwoord terug “we hebben het gedaan en het heeft ons zoveel euro bespaard” maar anders doen ze het niet en dat is een heel groot probleem.


De regering heeft het overbruggingsrecht in de plaats gezet, u heeft het waarschijnlijk gehoord. Daarmee hebben we er veel geholpen om dat overbruggingsrecht te krijgen of om simpelweg de administratieve procedure in gang te zetten.De administratie was niet bereid om zoveel mensen tegelijkertijd te helpen en dat vormde ook een probleem. Veel leden kwamen in de problemen op het niveau van de administratie of hun documenten waren niet op tijd aangekomen, ook al gebeurt alles nu online, hebben we alsnog dossiers en documenten verloren.


Jullie hadden zeker nog nooit zo’n grote stroom van aanvragen gehad voor hulp?

Ik kan u niet zeggen hoeveel mensen er belden. Op een bepaald moment was ik het beu om de telefoon te zien.


Bij de start van de crisis was het continu opnemen en ophangen. Ik had het gevoel dat wij een callcenter waren. Het probleem is dat we met een kleine ploeg zijn, in vergelijking met mijn collega’s in Vlaanderen en Wallonië. Op een bepaald moment hadden we geen tijd meer om andere taken uit te voeren en hebben we onszelf tijdelijk buiten werking moeten stellen.


De sector zelf zocht naar allerlei innovatieve ideeën om de periode van de crisis te overbruggen, een periode die zeer langdurig was en een frequente verlenging heeft gekend. Sommige zaken gingen kopje onder en anderen wisten nieuwe manieren te vinden om hun producten te vermarkten (take-away, leveringen, speciale promoties op feestdagen, …). Verschillende concepten ontstonden tijdens deze periode van crisis. Welke straffe verhalen nemen jullie mee uit de coronacrisis?


Voor jullie beeldvorming zal ik even de cijfers geven in verband met de take-away, dat is namelijk iets dat ik nauw gevolgd heb. Ik heb de cijfers gekregen van Food Service Alliance. Voor de coronacrisis, kwam dit cijfer in de hele sector ongeveer overeen met 2,4%, dat is maar een fractie. Tijdens de pandemie, is de take-away verdubbeld, maar ondanks het feit dat het verdubbeld is, heeft het zelfs de 5,5% niet overstegen. Dus is het altijd marginaal gebleven in vergelijking met de cijfers die een restaurant in normale tijden draait.


Sommigen hebben zich heel goed verder kunnen ontwikkelen en vandaag verdienen ze buitengewoon veel geld, zelfs in coronaperiode. Ik heb bepaalde collega’s die 3-4 restaurants hebben in dezelfde groep. Ze hebben de 4 zaken gesloten en zich gefocust op de take-away. Ze hebben zelf alles opgezet, dus het zaalpersoneel doet de leveringen, de keukenploegen bereiden het eten voor en ze werken met een marketingteam. Het heeft sommigen in staat gesteld, het hoofd boven water te houden en te overleven. Voor anderen helaas, waren de verdiensten niet zo groot.


Vandaag bijvoorbeeld kreeg ik een telefoon van een restaurantuitbater die met Deliveroo en Uber Eats samenwerkt. Deze delivery bedrijven nemen 35% van de commissie in beslag. De uitbater had zijn cijfers bekeken en stelde vast dat hij geen winst maakte. Ik vertelde hem om de stekker uit Uber Eats en Deliveroo te trekken en zelf zijn eigen take-away systeem op te zetten. Het is misschien beter om minder te werken, maar zeker iets te verdienen, dan voor delivery bedrijven te werken zonder eigen verdiensten.


Dit komt doordat de zelfstandigen hun hoofd in het zand steken, ze zien de cijfers niet. De persoon in kwestie besefte pas vandaag na één jaar crisis dat hij geen winst maakte. Wanneer hij samen met de boekhouder de balans van het jaar bekeek. Hij dacht dat hij geld verdiend had, maar vandaag heeft hij een groot probleem. Jammer genoeg zijn het niet UberEats en Deliveroo die hem gaan helpen. Het zijn platformen die niets opbrengen, ze eten het systeem op, dat is iets waartegen we aan het vechten zijn.


Zijn er bepaalde zaken die hebben moeten sluiten en hierbij een indruk nagelaten hebben?

Ja er zijn er een heleboel die failliet zijn gegaan omdat er uitstel van betaling was. We hebben ook faillissement bekentenissen gehad, maar dat blijft ook minimaal.


Zijn er andere zaken die de crisis juist sterk overwonnen hebben en hiermee een impact hebben nagelaten?

Dus zoals ik al zei, de cateraar die zich helemaal gericht heeft op de take-away is vandaag een succes.


Want het departement cateraars, dat zal blijven duren en zal een vijfde entiteit in de groep worden. Echter is dat het enige dat ik kan bedenken. Ik ken geen anderen die erin geslaagd zijn om sterker uit de crisis te komen.


Voor de coronacrisis zijn er heel wat nieuwe zaken in Brussel ontstaan, waarvan ook heel wat concept-ketens of delivery-zaken, ook gekend als spookkeukens. Wat vindt u van dit concept?

Vandaag zijn dark kitchens of spookkeukens een ramp. Ik heb jullie net de problematiek uitgelegd van Uber Eats en Deliveroo. De restaurantuitbater van een spookkeuken zal opgegeten worden door een systeem dat hem geen geld oplevert. Naar mijn mening wordt hij een valse zelfstandige. Een bedrijf dat zich toelegt op dit soort netwerken is iets waartegen we moeten vechten.


Vindt u dat dit het ware concept van de restaurants doet verdwijnen?

Ja, vandaag hebben we ook te maken met het feit dat de gemiddelde burger ook take-away gerechten maakt zonder enige voorwaarde en zonder beperkingen. Dus zonder de wettelijke verplichtingen om een vestiging te openen, de wettelijke verplichting voor de FAVV, de wettelijke verplichting voor de BTW en de wettelijke verplichting voor alles wat aangifte op het niveau van deze vestigingen is.


Onze mensen steken veel energie in het openen van een bedrijf en wij laten het vernietigen door een vorm van plezier op het niveau van particulieren, die noch belasting noch heffingen betalen en zich aan geen enkele regel houden. Ik heb de laatste cijfers vandaag gezien, ik denk dat we met 8100 onafhankelijken zijn in de horecasector. Die mensen betalen heffingen en belastingsgeld en nu laten we individuen een heel netwerk vernietigen, dat gaat niet. Dat mogen we niet laten gebeuren. Dit is ons gevecht van vandaag, van morgen en van alle dagen die komen.


Vinden jullie dat de overheid meer haar best had kunnen doen om zaken te helpen zodat deze niet kopje onder zouden gaan?

Ik heb de federale regering in december gevraagd om de sector te steunen, en ik heb dat duidelijk gezegd op het televisienieuws. Mijn Vlaamse collega Matthias heeft hetzelfde gedaan, wij hebben de federale regering gevraagd om afhaalmaaltijden te verbieden in grote winkelketens. Er werd beslist om grote winkels te verbieden om speelgoed te verkopen om zo de kleinere handelszaken die de deuren moesten sluiten te helpen. We hebben hetzelfde gevraagd voor de horeca zodat we goed konden functioneren tijdens de feestdagen, maar de regering heeft ons gezegd dat dat niet mogelijk was. Waar ligt het verschil? Er was geen verschil, ze moesten gewoon extra rekken sluiten.


Dus ze hadden de maatregelen moeten aanpassen?

Inderdaad, toen hebben ze de maatregelen niet aangepast en ik vind dit een beetje betreurenswaardig.


In het laatste onderdeel van deze podcast wordt nog eens ingezoomd op de maatregelen en vooral de stem en mening van de federatie hierbij. De overheid stelt steeds dat ze samen met de sector de beste afspraken probeert te maken die iedereen ten goede komen, maar uit onze interviews en uit eigen ervaring bleek dat de sector zich niet geholpen voelt. Hebben jullie het gevoel dat jullie voldoende gehoord zijn?


Ik werk met de regionale, maar ook met de federale regering. De moeilijkheid van dit land is de aanvankelijke lasagne die door de zesde staatshervorming is gecreëerd. Dat is een ramp, een echte ramp. Omdat de beslissingen federaal zijn, maar de compensaties regionaal. Dat is de grote moeilijkheid.


Sophie Wilmès nam de beslissing om de sector te sluiten en de huidige regering, de regering De Croo heeft dezelfde beslissingen genomen, maar het zijn de regio's die ons financieel moeten steunen, aangezien de zesde staatshervorming verbiedt dat we op federaal niveau kunnen ingrijpen. Federale hulpmiddelen moeten federale hulpmiddelen blijven, het zijn zelfs geen hulpmiddelen maar maatregelen voor federale steun. Als ze hulpmiddelen worden, dan zijn ze illegaal met als gevolg dat ze moeten worden terugbetaald en voor de rechter gebracht worden.


Op regionaal niveau heeft men dan premies. Het onderhandelen voor een gepaste premie heeft meerdere maanden in beslag genomen. We dachten dat het eindelijk in orde was en dat de Tetra premie gebruikt kon worden. Echter werd door slechts 50 hoteliers de premie geblokkeerd. De reden hiervoor was dat zij reeds 20 000 euro hebben gekregen en hiermee een grote complexiteit met zich meebrachten die nu op Europees niveau besproken dient te worden. De kleine spelers werden dus alsnog niet geholpen. De regering heeft toen geluisterd naar onze federatie en heeft de steun opgesplitst zodat de hoteliers in een andere pijplijn terechtkomen. We kwamen tot een nieuwe premie voor restaurants, cafés, nachtclubs en leveranciers.


Éénmaal dat de regering een antwoord krijgt van de raad van state kunnen ze een tekst opstellen voor het ministerieel besluit ter uitvoering van deze premie. De maatregel zou beschikbaar moeten zijn voor de sector op 16 april. Dat is de complexiteit van het systeem, ik heb er een jaar over gedaan om de complexiteit ervan te begrijpen. De BTW bijvoorbeeld, we proberen hulpmiddelen te krijgen voor de BTW op federaal niveau, dat moet in kortgeding zijn met Europa, aangezien de BTW onder de Europese wetgeving valt terwijl we nog steeds enkel spreken over België. Dus om federale hulpmiddelen te krijgen voor de BTW, is onmogelijk . Dus daar zijn we op zoek gegaan naar de teksten, we hebben samengewerkt met specialisten en we weten dat er maatregelen zullen komen om de BTW te verlagen bij de heropening. Op het Brusselse niveau is het vrij moeilijk.


Het kwam ook naar voor in onze interviews dat de uitbaters het oneerlijk vonden dat de maatregelen niet dezelfde waren voor de drie gewesten en ze verstonden niet waarom Vlaanderen betere maatregelen had dan Brussel.


Iedereen ouder dan 18 jaar heeft gestemd voor de staatshervorming. Jullie konden daartegen protesteren en een keuze maken. Nu beseffen we dat de zesde staatshervorming een groot probleem vormt. Wij hebben dus bij de overheid een voorstel ingediend, zodat er in het kader van de pandemiewetgeving, die nu onderhandeld wordt binnen de regering, een paragraaf komt over het feit dat als er federale maatregelen moeten worden genomen, in verband met de sluiting door de crisis, dat het de federale overheid is die dit kan beslissen en niet de gewesten. Dat hebben we gevraagd.


De regering of tenminste de federale ministers hebben dat voorstel van de drie federaties gehoord. We zullen zien of er een federale wet komt.


Hoe ziet u de heropening van de horeca in het algemeen, wat vindt u van de datum 1 mei?

1 mei is al te laat, omdat er veel zaken failliet zijn gegaan. Nu de gezondheid gaat voor en de sanitaire voorzieningen komen op de eerste plaats, maar dat is nu net wat we tegen de regering zeggen. Als de gezondheid op de eerste plaats komt, dan moet er absoluut steun komen en het is de rol van de federale en van de regionale regering om ons te steunen. We hopen dat de laatste maatregelen, die genomen werden, ons in staat zullen brengen om op 1 mei te heropenen en om zo snel mogelijk te kunnen genieten van de terugkeer van klanten in de zaken.


Hiervoor moet telewerk afgeschaft worden, de Brusselaars moeten zin hebben om terug op restaurant te gaan. De lunch is een heel belangrijke bron van verdienste en deze wordt belemmerd door het telewerken.


Wat denkt u van een stapsgewijze opening van de horeca?

Wij vechten voor heel de horeca en wij vragen de globale heropening van de horeca. Ik weet dat de regering een stapsgewijze beslissing zal nemen, maar wij vragen een globale heropening van de horeca. Als u dit aan mijn collega in Vlaanderen en in Wallonië vraagt, gaan ze hetzelfde antwoord geven. We gaan niemand boven de andere verkiezen, dat is ondenkbaar.


Indien u de kans had om één bericht door te geven aan een politieke leider wat zou u zeggen?

Ik heb een bericht doorgegeven dat gepubliceerd werd, er werd zelfs een Belga van gemaakt. Ik heb aan Alexander De Croo gezegd dat als hij een premier wil zijn, die in dit land herinnerd zal worden, dat hij dan de 180.000 werknemers van de horecasector moet ondersteunen en zo voorkomen dat de sector ten onder gaat. Want zo niet, dan zal het de grootste sociale ramp zijn die dit land ooit heeft gezien. Bovendien is de horeca belangrijk voor de lokale werkgelegenheid. Het is 100% lokaal, iets wat iedereen ten goede komt. Laat ons onze sector ondersteunen! 180 000 banen en 61 000 zelfstandigen, dat zijn 240.000 personen die binnen onze sector werken om nog maar te zwijgen over de onderpanden.


Dat is echt het bericht dat ik doorgegeven heb en dat is het bericht dat ik sinds het begin herhaal. Ik was op 15 maart in een vergadering in het kantoor van Sophie Wilmès en Alexander De Croo kondigt duidelijk aan, “we zullen je sluiten, maar we zullen je steunen”. Hierop zei ik “luister, u heeft ons net aan een baxter gezet, houd ons weg uit het operatiekwartier, vandaag liggen we in coma, u moet de heropening dringend ondersteunen”. Voorlopig is er op federaal niveau echter nog geen hulp. Het blijft op regionaal niveau en het verschil tussen die regio’s is echt te groot.


Het is ondenkbaar. Vandaag heeft Brussel nog maar 7000 euro steun gekregen. Ik denk dat het plan in Vlaanderen al meer dan 600 000 euro steun bedraagt. Het plan in Wallonië ligt ongeveer op 200 000 euro en in Brussel, zonder de Tetra is het 70 000 euro.


Dat is buiten proportie! Brussel is een Europese hoofdstad, 4de BBP van de grote Europese steden. We hebben 84 miljard BBP, maar we krijgen geen enkele steun van het gewest. De politici zullen zeggen “ja, we geven steun”. Er is steun, maar het duurt 6 maanden voordat die er is, dat is geen steun. Steun is als je zegt “morgen zullen jullie geholpen worden, morgen wordt het systeem opgezet, en overmorgen staat het geld op de bankrekening ter ondersteuning van de ondernemers.”


Zwitserland heeft diens horeca ondersteund. Zij hebben 64 miljard Zwitserse frank in de sector geïnvesteerd. Het land betaalde alle omzet van de horecazaken. Nu is er geen werkloosheid, er zijn geen problemen, alles werkt goed. De horecasector is daar nog gesloten, maar ze ondervinden geen problemen.


Hier hadden ze 40 miljard euro moeten inzetten. Ik denk dat hoe meer we in de tijd vorderen, hoe vaker we te maken zullen krijgen met de overmacht van werkloosheid en alles wat daarop volgt. Het zou voor het land op de lange termijn goedkoper geweest zijn om het geld, dat de sector opbrengt, in de sector te investeren dan de sector te laten sterven.


Heeft deze crisis de toekomstvisie binnen de federatie veranderd?

We hebben het falen van het systeem opgemerkt. Er zijn heel veel zaken die we nu aan het opzetten zijn. We proberen de problemen stap per stap op te lossen. We gaan niet alle problemen kunnen oplossen, maar we bekijken de sector op een andere manier. We werken samen met zowel het Brussels Gewest alsook met de Brusselse gemeenten. Met Brussel-stad bijvoorbeeld werken we aan een hoop tekortkomingen. Het zijn niet echt tekortkomingen, maar we beseften dat er zaken waren die we niet hadden.


Er zijn een heleboel zaken die nu zullen veranderen, zoals bijvoorbeeld het hebben van een uniek loket. Vandaag in het Brussels Gewest heb je 19 gemeenten. Op regionaal niveau heb je 19 bedrijfsloketten in de gemeenten. De gemeenten overleggen niet onderling. De grootste afstand tussen twee gemeenten is 15 kilometer, je kunt het met de fiets doen. Het gebrek aan overleg is iets dat we niet normaal vinden.


We hebben gevraagd om één centraal loket te hebben binnen de federatie dat dan in staat is om naar de juiste persoon te verwijzen. Zelfs dat is moeilijk te bereiken, ik geraak er zelf niet aan uit. Dus zoals ik zei, we hebben een loket voor lokale bedrijven per regio. Dus u gaat naar het loket voor lokale bedrijven voor Brussel Stad en u zegt “ik ben van Brussel Stad” dan kunnen ze u helpen, maar als u zegt “ik ben van Schaarbeek” dan kunnen ze u niet helpen.


Dus binnen Brussel zelf is er ook nog verdeeldheid?

Ja, inderdaad en de administraties overleggen niet met elkaar. Ze hebben een systeem dat hen in staat stelt om onderling te overleggen, maar ze doen dat niet. Er zijn intranetsystemen die onderlinge communicatie mogelijk maken, maar dat werkt niet. Dus ook daar proberen we het probleem op te lossen. Normaal gezien is dat niet onze job, maar toch zijn we bezig om oplossingen hiervoor te vinden samen met het Gewest.


We beseffen telkens dat we ergens vooruit geraken, maar dat we ofwel door de regio geblokkeerd worden, ofwel door een gemeente. Dus proberen we dit soort blokkades op te heffen. Om een terras te openen in Brussel bijvoorbeeld heeft u drie toestemmingen nodig: de regionale handelsafdeling, het regionaal planbureau en de handelsafdeling van uw gemeente en dit als de gemeentelijke stadsplanning niet ook nog komt ingrijpen.


Dat allemaal voor een terras. U bent geen toren van Pisa aan het bouwen voor uw huis. Voor de ondernemer is dit een puzzel. Het is echt heel moeilijk. Het gaat dan enkel over een terras van 3-4 tafels en een twintigtal stoelen.


Het is ook een beetje ontmoedigend voor een onderneming als ze zien hoeveel ze moeten doen, vind u niet?

Inderdaad! De federale regering gaf bij de eerste lockdown de voorkeur aan de terrassen. Dit werd allemaal opgezet. Een regionaal decreet eind februari stelde dat alle terrassen, op straat of op parkeerplaatsen weggehaald moesten worden. Er werd aan de regio uitgelegd dat de aannemers niet over de middelen beschikten om al deze terrassen weg te halen, er was onvoldoende personeel en er waren onvoldoende financiële middelen. In normale tijden zouden ze het gedaan hebben maar door de crisis was dit onmogelijk. Dit heeft geleid tot een maand lang onderhandelen met de regio’s om de terrassen te kunnen behouden.


Dus die nieuwe organisatie binnen de 19 gemeenten is nog niet gelukt?

We proberen het op gang te zetten en iedereen is van goede wil. Maar de 19 gemeenten moeten overeenkomen, daarna pas wordt het beter naar de toekomst toe.


Dus we moeten eerst, gemeente per gemeente, afdelingsmanager per afdelingsmanager tot een akkoord komen. Bijvoorbeeld over de kwestie van de terrassen werd er gezegd dat ze ook aan de brandweer moesten denken. Het ministerie van binnenlandse zaken komt zich er ook mee bemoeien. Zij hebben twee bazen, de burgemeester en de minister van binnenlandse zaken. Dus u ziet dat het niet gemakkelijk is, oplossingen te vinden om problemen in de toekomst te vermijden.


Dit was de laatste vraag. Wij willen u van harte bedanken voor deze podcast en wensen u veel sterkte bij de komende (nog steeds) onzekere periode voor de horeca!

bottom of page